Information über das Wort vertrekken (Niederländisch → Esperanto: forveturi)

Synonyme: afrijden, uitlopen, uitvaren, wegrijden, wegvaren

WortartVerb
Aussprache/vərˈtrɛkə(n)/
Trennungver·trek·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vertrek(ik) vertrok
(jij) vertrekt(jij) vertrok
(hij) vertrekt(hij) vertrok
(wij) vertrekken(wij) vertrokken
(jullie) vertrekken(jullie) vertrokken
(gij) vertrekt(gij) vertrokt
(zij) vertrekken(zij) vertrokken
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vertrekke(dat ik) vertrokke
(dat jij) vertrekke(dat jij) vertrokke
(dat hij) vertrekke(dat hij) vertrokke
(dat wij) vertrekken(dat wij) vertrokken
(dat jullie) vertrekken(dat jullie) vertrokken
(dat gij) vertrekket(dat gij) vertrokket
(dat zij) vertrekken(dat zij) vertrokken
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vertrekvertrekt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vertrekkend, vertrekkende(zijn) vertrokken

Übersetzungen

Esperantoforveturi