Informatie over het woord uitzeilen (Nederlands → Esperanto: forveli)

Synoniem: wegzeilen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɵʏtsɛi̯lə(n)/
Afbrekinguit·zei·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zeil uit(ik) zeilde uit
(jij) zeilt uit(jij) zeilde uit
(hij) zeilt uit(hij) zeilde uit
(wij) zeilen uit(wij) zeilden uit
(jullie) zeilen uit(jullie) zeilden uit
(gij) zeilt uit(gij) zeildet uit
(zij) zeilen uit(zij) zeilden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitzeile(dat ik) uitzeilde
(dat jij) uitzeile(dat jij) uitzeilde
(dat hij) uitzeile(dat hij) uitzeilde
(dat wij) uitzeilen(dat wij) uitzeilden
(dat jullie) uitzeilen(dat jullie) uitzeilden
(dat gij) uitzeilet(dat gij) uitzeildet
(dat zij) uitzeilen(dat zij) uitzeilden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zeil uitzeilt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitzeilend, uitzeilende(zijn) uitgezeild

Voorbeelden van gebruik

Ik vraag me af of hij zal besluiten ons te vergezellen als we uitzeilen.
Het zal zeker twee weken duren voor we gereed zijn uit te zeilen.

Vertalingen

Esperantoforveli