Informatie over het woord afreageren (Nederlands → Esperanto: forreagi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfrejaɣeːrə(n)/
Afbrekingaf·re·a·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) reageer af(ik) reageerde af
(jij) reageert af(jij) reageerde af
(hij) reageert af(hij) reageerde af
(wij) reageren af(wij) reageerden af
(jullie) reageren af(jullie) reageerden af
(gij) reageert af(gij) reageerdet af
(zij) reageren af(zij) reageerden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afreagere(dat ik) afreageerde
(dat jij) afreagere(dat jij) afreageerde
(dat hij) afreagere(dat hij) afreageerde
(dat wij) afreageren(dat wij) afreageerden
(dat jullie) afreageren(dat jullie) afreageerden
(dat gij) afreageret(dat gij) afreageerdet
(dat zij) afreageren(dat zij) afreageerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
reageer afreageert af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afreagerend, afreagerende(hebben) afgereageerd

Vertalingen

Engelsabreact
Esperantoforreagi
Spaansdescargar
Westerlauwers Friesôfreagearje