Synoniemen: uitdrijven, verdrijven, verjagen, wegjagen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈʋɛɣdrɛi̯və(n)/ |
---|
Afbreking | weg·drij·ven |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) drijf weg | (ik) dreef weg |
(jij) drijft weg | (jij) dreef weg |
(hij) drijft weg | (hij) dreef weg |
(wij) drijven weg | (wij) dreven weg |
(jullie) drijven weg | (jullie) dreven weg |
(gij) drijft weg | (gij) dreeft weg |
(zij) drijven weg | (zij) dreven weg |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) wegdrijve | (dat ik) wegdreve |
(dat jij) wegdrijve | (dat jij) wegdreve |
(dat hij) wegdrijve | (dat hij) wegdreve |
(dat wij) wegdrijven | (dat wij) wegdreven |
(dat jullie) wegdrijven | (dat jullie) wegdreven |
(dat gij) wegdrijvet | (dat gij) wegdrevet |
(dat zij) wegdrijven | (dat zij) wegdreven |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
drijf weg | drijft weg |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
wegdrijvend, wegdrijvende | (hebben) weggedreven |