Informo pri la vorto sterven (nederlanda → esperanto: forpasi)

Sinonimoj: aftrekken, vergaan, verscheiden, overlijden

Vortspecoverbo
Prononco/ˈstɛrvə(n)/
Dividoster·ven

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) sterf(ik) stierf
(jij) sterft(jij) stierf
(hij) sterft(hij) stierf
(wij) sterven(wij) stierven
(jullie) sterven(jullie) stierven
(gij) sterft(gij) stierft
(zij) sterven(zij) stierven
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) sterve(dat ik) stierve
(dat jij) sterve(dat jij) stierve
(dat hij) sterve(dat hij) stierve
(dat wij) sterven(dat wij) stierven
(dat jullie) sterven(dat jullie) stierven
(dat gij) stervet(dat gij) stiervet
(dat zij) sterven(dat zij) stierven
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
sterfsterft
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
stervend, stervende(zijn) gestorven

Uzekzemploj

De mens moet sterven, al weet hij niet hoe en waar.
Er moet nog heel wat gebeuren voor ik sterf.
Hij stierf op 9 januari 1642.
Waarom wil ze toch zo graag weten wie haar geld erft als ze sterft?
Wessel stierf zoals iedere andere boer had kunnen sterven.
Maar hij is als een held gestorven.
Front‐de‐Boeuf is stervend, van hem hebben wij geen hulp meer te wachten.

Tradukoj

afrikansosterf
angladecease
esperantoforpasi
francadécéder
malajameninggal
okcidenta frizonaferstjerre
portugalaandar; decorrer; passar‐se