Synoniemen: wegtrekken, zich wegscheren
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) val weg | (ik) viel weg |
(jij) valt weg | (jij) viel weg |
(hij) valt weg | (hij) viel weg |
(wij) vallen weg | (wij) vielen weg |
(jullie) vallen weg | (jullie) vielen weg |
(gij) valt weg | (gij) vielt weg |
(zij) vallen weg | (zij) vielen weg |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) wegvalle | (dat ik) wegviele |
(dat jij) wegvalle | (dat jij) wegviele |
(dat hij) wegvalle | (dat hij) wegviele |
(dat wij) wegvallen | (dat wij) wegvielen |
(dat jullie) wegvallen | (dat jullie) wegvielen |
(dat gij) wegvallet | (dat gij) wegvielet |
(dat zij) wegvallen | (dat zij) wegvielen |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
wegvallend, wegvallende | (zijn) weggevallen |