Informatie over het woord verstellen (Nederlands → Esperanto: fliki)

Synoniemen: boeten, flikken, lappen, oplappen, stoppen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈstɛlə(n)/
Afbrekingver·stel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verstel(ik) verstelde
(jij) verstelt(jij) verstelde
(hij) verstelt(hij) verstelde
(wij) verstellen(wij) verstelden
(jullie) verstellen(jullie) verstelden
(gij) verstelt(gij) versteldet
(zij) verstellen(zij) verstelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verstelle(dat ik) verstelde
(dat jij) verstelle(dat jij) verstelde
(dat hij) verstelle(dat hij) verstelde
(dat wij) verstellen(dat wij) verstelden
(dat jullie) verstellen(dat jullie) verstelden
(dat gij) verstellet(dat gij) versteldet
(dat zij) verstellen(dat zij) verstelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verstelverstelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verstellend, verstellende(hebben) versteld

Voorbeelden van gebruik

Anderen weer hielden zich nuttig bezig met het verstellen van hun kleren.

Vertalingen

Catalaansadobar; aparracar; apedaçar; reparar
Deensreparere
Duitsausbessern; flicken
Engelsmend; patch
Esperantofliki
Faeröersbjarva; bøta; pjøssa
Fransrapiécer
Portugeesconsertar; remendar
Saterfriesflikje; lapje; stukje; uutbeeterje
Spaansremendar
Thaisปะ
Tsjechischopravovat; spravovat; vyspravit; záplatovat
Zweedsflicka