Informatie over het woord swell (Engels → Esperanto: ŝveli)

Synoniemen: become swollen, bulge

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) swell(I) swelled
(thou) swellest(thou) swelledst
(he) swells, swelleth(he) swelled
(we) swell(we) swelled
(you) swell(you) swelled
(they) swell(they) swelled
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) swell (I) swelled
(thou) swell(thou) swelled
(he) swell(he) swelled
(we) swell(we) swelled
(you) swell(you) swelled
(they) swell(they) swelled
Gebiedende wijs
swell
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
swellingswelled, swollen

Vertalingen

Afrikaansopswel
Albaneesënjt
Catalaansinflar‐se
Deenssvulme
Duitsschwellen
Engels (Oudengels)swellan
Esperantoŝveli
Faeröersbólgna; trútna
Finspaisua
Fransgonfler
Jiddischגעשװאָלן װערן
Latijnaugere
Maleisbengkak; membengkak
Nederlandsopzwellen; uitdijen; zwellen
Papiamentshincha
Poolspęcznieć
Portugeesengrossar; inchar; intumescer; tufar
Russischотекать; пухнуть
Saterfriesdiene; dienje; swälle
Schots-Gaelischat
Spaansabultarse; hincharse
Sranansweri
Thaisบวม
Tsjechischotékat
Westerlauwers Friesswolgje