Synoniemen: aanbelanden, aanlanden, belanden, geraken, raken
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /təˈrɛxtkomə(n)/ |
---|
Afbreking | te·recht·ko·men |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) kom terecht | (ik) kwam terecht |
(jij) komt terecht | (jij) kwam terecht |
(hij) komt terecht | (hij) kwam terecht |
(wij) komen terecht | (wij) kwamen terecht |
(jullie) komen terecht | (jullie) kwamen terecht |
(gij) komt terecht | (gij) kwaamt terecht |
(zij) komen terecht | (zij) kwamen terecht |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) terechtkome | (dat ik) terechtkwame |
(dat jij) terechtkome | (dat jij) terechtkwame |
(dat hij) terechtkome | (dat hij) terechtkwame |
(dat wij) terechtkomen | (dat wij) terechtkwamen |
(dat jullie) terechtkomen | (dat jullie) terechtkwamen |
(dat gij) terechtkomet | (dat gij) terechtkwamet |
(dat zij) terechtkomen | (dat zij) terechtkwamen |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
terechtkomend, terechtkomende | (zijn) terechtgekomen |
Waar was ze terechtgekomen?
De bommen kwamen alle in het oerwoud terecht.
Maar hoe ben je hier terechtgekomen?
De bus stortte van een brug en kwam in een rivier terecht.