Informatie over het woord afloop (Nederlands → Esperanto: finiĝo)

Synoniemen: eind, einde, eindigen, end, slot

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɑflop/
Afbrekingaf·loop
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Dat hoor je na afloop.
Heerlijk is het, om na afloop van een lezing te komen in het hotel waar ge overnachten zult.

Vertalingen

Deensendelse
DuitsEndung; Zuendegehen; Aufhören; Abschluß; Ausgang; Ende
Engelsend; termination
Engels (Oudengels)ende
Esperantofiniĝo
Faeröersending
Jamaicaans Creoolsen
Nederduitsende
SaterfriesEend; Eendenge
Spaansexpiración; vencimiento