Informatie over het woord spieken (Nederlands → Esperanto: fikopii)

Synoniem: afkijken

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) spiek(ik) spiekte
(jij) spiekt(jij) spiekte
(hij) spiekt(hij) spiekte
(wij) spieken(wij) spiekten
(jullie) spieken(jullie) spiekten
(gij) spiekt(gij) spiektet
(zij) spieken(zij) spiekten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) spieke(dat ik) spiekte
(dat jij) spieke(dat jij) spiekte
(dat hij) spieke(dat hij) spiekte
(dat wij) spieken(dat wij) spiekten
(dat jullie) spieken(dat jullie) spiekten
(dat gij) spieket(dat gij) spiektet
(dat zij) spieken(dat zij) spiekten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
spiekspiekt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
spiekend, spiekende(hebben) gespiekt

Vertalingen

Engelscrib
Esperantofikopii