Informatie over het woord drab (Nederlands → Esperanto: feĉo)

Synoniemen: bezinksel, droesem, gespuis, moer

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/drɑp/
Afbrekingdrab
Geslachtonzijdig / historisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk

Voorbeelden van gebruik

Ze trof Sollace daar aan met haar handen in een drab van gemalen kalk en distelmelk, waarmee ze de nadelige uitwerking van het landelijke water op haar huid hoopte tegen te gaan.

Vertalingen

Catalaansdeixalla; llevat; pòsit; púrria; solatge; vinassa
DuitsHefe; Abschaum
Engelsdregs; lees
Esperantofeĉo
Faeröersberskaki; grugg
Franslie
Spaanshez; poso