Informatie over het woord sein (Duits → Esperanto: esti)

Synoniem: werden

Uitspraak/zaɪ̯n/
Afbrekingsein
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) bin(ich) war
(du) bist(du) warst
(er) ist(er) war
(wir) sind(wir) waren
(ihr) seid(ihr) wart
(sie) sind(sie) waren
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) sei(ich) wäre
(du) seist(du) wärest
(er) sei(er) wäre
(wir) seien(wir) wären
(ihr) seiet(ihr) wäret
(sie) seien(sie) wären
Gebiedende wijs
(du) sei
(ihr) seid
seien Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
seind(sein) gewesen

Voorbeelden van gebruik

Nötig seien verschiedene Arten von Luftverteidigungssystemen.
Sei vorsichtig.
Es war eine Garderobe.
Ich weiß, daß du nicht verrückt bist, und ich bin sicher, daß du es nimmer warst.
Du bist ihr Bruder.
Außerdem wäre es absurd, sich darüber beim Makler zu beschweren.

Vertalingen

Afrikaanswees
Albaneesjam
Catalaansésser; estar; haver‐hi; ser
Deensvære
Engelsbe
Engels (Oudengels)beon; wesan
Esperantoesti
Faeröersvera
Finsolla
Fransêtre
Grieksείναι
Hongaarslenni
IJslandsvera
Jamaicaans Creoolsa
Jiddischזײַן
Kabylischili
Latijnesse
Luxemburgssinn
Nederduitsweasen
Nederlandswezen; zijn; zitten
Noorsvære
Papiamentsta
Poolsbyć
Portugeesachar‐se; estar; existir; ser
Roemeensfi
Russischбыть
Saterfrieswäide; weze
Schotsbe
Spaansser; estar
Sranana; na; de
Swahili‐wa
Thaisคือ; ใช่; เป็น
Tsjechischbýt; býti
Turksolmak
Welsbod
Westerlauwers Frieswêze
Zweedsvara