Informasie oor die woord shut (Engels → Esperanto: fermi)

Sinonieme: close, adjourn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ʃɐt/
Afbrekingshut
Shaw‐alfabet𐑖𐑳𐑑

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) shut(I) shut
(thou) shuttest(thou) shutst, shuttest
(he) shuts, shutteth(he) shut
(we) shut(we) shut
(you) shut(you) shut
(they) shut(they) shut
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) shut (I) shut
(thou) shut(thou) shut
(he) shut(he) shut
(we) shut(we) shut
(you) shut(you) shut
(they) shut(they) shut
Gebiedende wys
shut
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
shuttingshut

Voorbeelde van gebruik

North Korea has shut its borders due to the coronavirus pandemic.

Vertalinge

Afrikaanssluit; toemaak
Deenslukke
Duitsschließen; zumachen
Engels (Ou Engels)fordyttan; lucan
Esperantofermi
Faroëeslata aftur
Finssulkea
Fransfermer
Italiaanschiudere
Katalaanstancar
Latynclaudere
Nederlandsdichtdoen; dichtmaken; sluiten; toedoen
Papiamentssera
Poolszamykać
Portugeesfechar
Roemeensînchide
Russiesзакрывать; закрыть
Saterfriesfersluute; pänje; sluute; ticht moakje
Skotsclose
Spaanscerrar
Thaiปิด
Tsjeggieszavírat; zavřít
Turkskapamak
Walliescau
Wes‐Friestichtdwaan