Informatie over het woord izolita

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingi·zol·it·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefizolitaizolitaj
Accusatiefizolitanizolitajn

Vertalingen

Deensafsides
Duitsvereinsamt; einsam; isoliert; abgesondert
Engelsremote
Italiaansisolato
Nederlandsafgelegen; apart; geïsoleerd; achterafgelegen
Noorsensom
Saterfriesfereensoamd
Spaansaislado; apartado; separado
Thaisเปลี่ยว
Westerlauwers Friesapart; beskaat; efterôf; ienlik; iensum; ôfhandich