Information du mot rekken (néerlandais → espéranto: etendi)

Synonymes: ophouden, strekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈrɛkə(n)/
Césurerek·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) rek(ik) rekte
(jij) rekt(jij) rekte
(hij) rekt(hij) rekte
(wij) rekken(wij) rekten
(jullie) rekken(jullie) rekten
(gij) rekt(gij) rektet
(zij) rekken(zij) rekten
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) rekke(dat ik) rekte
(dat jij) rekke(dat jij) rekte
(dat hij) rekke(dat hij) rekte
(dat wij) rekken(dat wij) rekten
(dat jullie) rekken(dat jullie) rekten
(dat gij) rekket(dat gij) rektet
(dat zij) rekken(dat zij) rekten
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
rekrekt
Participes
Participe présentParticipe passé
rekkend, rekkende(hebben) gerekt

Traductions

allemandausbreiten; ausrecken; strecken; ausstrecken; erstrecken; aufspannen; ausspannen; auslegen; auswerfen; recken
anglaisstretch
catalanampliar; escampar; estendre; estirar
espagnolextender; tender
espérantoetendi
féringienrætta út; toyggja
finnoisojentaa
françaisétendre
frison occidentalútwreidzje
frison saterlandräkke; uutbreedje; uuträkke; uutspreede
portugaisdesdobrar; espraiar; estender; estirar
thaïต่อ; ยื่น