Ynformaasje oer it wurd hoogachten (Nederlânsk → Esperanto: estimi)

Synonimen: achten, achting hebben voor, achting toedragen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈɦoxɑxtə(n)/
Ofbrekinghoog·ach·ten

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) hoogacht(ik) hoogachtte
(jij) hoogacht(jij) hoogachtte
(hij) hoogacht(hij) hoogachtte
(wij) hoogachten(wij) hoogachtten
(jullie) hoogachten(jullie) hoogachtten
(gij) hoogacht(gij) hoogachttet
(zij) hoogachten(zij) hoogachtten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) hoogachte(dat ik) hoogachtte
(dat jij) hoogachte(dat jij) hoogachtte
(dat hij) hoogachte(dat hij) hoogachtte
(dat wij) hoogachten(dat wij) hoogachtten
(dat jullie) hoogachten(dat jullie) hoogachtten
(dat gij) hoogachtet(dat gij) hoogachttet
(dat zij) hoogachten(dat zij) hoogachtten
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
hoogachtend, hoogachtende(hebben) hooggeacht

Oarsettingen

Afrikaanskag
Deenskagte
Dútskachten; hochschätzen; schätzen; hochachten
Esperantoestimi
Finskkunnioittaa
Frânskapprécier; estimer
Fryskachtenearje
Ingelskesteem
Italjaanskrispettare; stimare
Katalaanskcartenir; prear
Portegeeskapreciar; avaliar; estimar; gostar; prezar
Sealterfryskhoochschatsje; hoochskatsje; oachtje
Spaanskapreciar; estimar
Surinaamskteri
Taiskเคารพ; ทูน