Information about the word formeren (Dutch → Esperanto: estigi)

Synonyms: doen ontstaan, instellen, maken, ontwikkelen, opleveren, opwekken, in het leven roepen

Part of speechverb
Pronunciation/fɔrˈmerə(n)/
Hyphenationfor·me·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) formeer(ik) formeerde
(jij) formeert(jij) formeerde
(hij) formeert(hij) formeerde
(wij) formeren(wij) formeerden
(jullie) formeren(jullie) formeerden
(gij) formeert(gij) formeerdet
(zij) formeren(zij) formeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) formere(dat ik) formeerde
(dat jij) formere(dat jij) formeerde
(dat hij) formere(dat hij) formeerde
(dat wij) formeren(dat wij) formeerden
(dat jullie) formeren(dat jullie) formeerden
(dat gij) formeret(dat gij) formeerdet
(dat zij) formeren(dat zij) formeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
formeerformeert
Participles
Present participlePast participle
formerend, formerende(hebben) geformeerd

Translations

Afrikaansop die been bring; in die lewe roep
Catalaninstituir; ocasionar
Englishcause; create; develop; engender; provoke
Esperantoestigi
Frenchentraîner des conséquences
Germanhervorbringen; entstehen lassen; erzeugen; schaffen; hervorrufen; verursachen; zur Folge haben; machen; gestalten
Portugueseengendrar; estabelecer; provocar; pruzir
Saterland Frisianäntwikkelje
West Frisianmeitsje; ynstelle