Informatie over het woord opperen (Nederlands → Esperanto: esprimi)

Synoniemen: betuigen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden, uiting geven aan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpərə(n)/
Afbrekingop·pe·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) opper(ik) opperde
(jij) oppert(jij) opperde
(hij) oppert(hij) opperde
(wij) opperen(wij) opperden
(jullie) opperen(jullie) opperden
(gij) oppert(gij) opperdet
(zij) opperen(zij) opperden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) oppere(dat ik) opperde
(dat jij) oppere(dat jij) opperde
(dat hij) oppere(dat hij) opperde
(dat wij) opperen(dat wij) opperden
(dat jullie) opperen(dat jullie) opperden
(dat gij) opperet(dat gij) opperdet
(dat zij) opperen(dat zij) opperden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
opperoppert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opperend, opperende(hebben) geopperd

Vertalingen

Catalaansexpressar
Duitsausdrücken; zum Ausdruck bringen
Engelsexpress; put; register
Esperantoesprimi
Faeröersorða; siga
Finsilmaista
Fransexprimer; représenter
Italiaansesprimere
Papiamentsekspresá
Poolswyrazić; wyrażać
Portugeesexpressar; exprimir
Russischвыражать
Saterfriesuutdrukke
Spaansenunciar; expresar
Thaisแสดง
Tsjechischvyjádřit; vyslovit
Zweedsuttrycka