Informatie over het woord escorteren (Nederlands → Esperanto: eskorti)

Synoniemen: begeleiden, gewapend begeleiden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/eskɔrˈterə(n)/
Afbrekinges·cor·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) escorteer(ik) escorteerde
(jij) escorteert(jij) escorteerde
(hij) escorteert(hij) escorteerde
(wij) escorteren(wij) escorteerden
(jullie) escorteren(jullie) escorteerden
(gij) escorteert(gij) escorteerdet
(zij) escorteren(zij) escorteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) escortere(dat ik) escorteerde
(dat jij) escortere(dat jij) escorteerde
(dat hij) escortere(dat hij) escorteerde
(dat wij) escorteren(dat wij) escorteerden
(dat jullie) escorteren(dat jullie) escorteerden
(dat gij) escorteret(dat gij) escorteerdet
(dat zij) escorteren(dat zij) escorteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
escorteerescorteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
escorterend, escorterende(hebben) geëscorteerd

Voorbeelden van gebruik

Een paar minuten later gingen ze op weg, geëscorteerd door een half dozijn inlanders met fakkels.
Laat de jongedame naar de legatie escorteren.

Vertalingen

Duitseskortieren; geleiten
Engelsconvoy; escort
Esperantoeskorti
Faeröersfylgja
Portugeesescoltar
Saterfrieseskortierje; gelaitje
Spaansescoltar
Tsjechischdoprovázet; doprovodit