Informatie over het woord igi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingig·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdigas
Verleden tijdigis
Toekomende tijdigos
 
Voorwaardelijke wijs
igus
 
Gebiedende wijs
igu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdigantaigata
Verleden tijdigintaigita
Toekomende tijdigontaigota

Vertalingen

Catalaanscausar
Duitsmachen; veranlassen; bewirken; verursachen; lassen
Engelscause; get; have; make; bring
Faeröersfáa at; gera; lata
Finstehdä
Fransfaire; rendre
Jamaicaans Creoolsmek
Nederlandsdoen; laten; laten doen; maken; ertoe brengen
Poolsczynić czymś; skłaniać do czegoś
Saterfriesdwo; dwo läite; feranlasje; läite; moakje
Spaanscausar
Swahili‐tia
Thaisให้
Tsjechischvyvolat; způsobit
Westerlauwers Friesdwaan; litte; meitsje