Informatie over het woord inladen (Nederlands → Esperanto: enŝarĝi)

Synoniem: innemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnladə(n)/
Afbrekingin·la·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) laad in(ik) laadde in
(jij) laadt in(jij) laadde in
(hij) laadt in(hij) laadde in
(wij) laden in(wij) laadden in
(jullie) laden in(jullie) laadden in
(gij) laadt in(gij) laaddet in
(zij) laden in(zij) laadden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) inlade(dat ik) inlaadde
(dat jij) inlade(dat jij) inlaadde
(dat hij) inlade(dat hij) inlaadde
(dat wij) inladen(dat wij) inlaadden
(dat jullie) inladen(dat jullie) inlaadden
(dat gij) inladet(dat gij) inlaaddet
(dat zij) inladen(dat zij) inlaadden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
laad inlaadt in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
inladend, inladende(hebben) ingeladen

Voorbeelden van gebruik

Het zal enige tijd duren om de rubber in te laden.
Maar als dit nu wapens waren, wat zat er dan in die kisten die in Rotterdam en Antwerpen waren ingeladen?

Vertalingen

Esperantoenŝarĝi