Informatie over het woord indrijven (Nederlands → Esperanto: enpeli)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪndrɛi̯və(n)/
Afbrekingin·drij·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) drijf in(ik) dreef in
(jij) drijft in(jij) dreef in
(hij) drijft in(hij) dreef in
(wij) drijven in(wij) dreven in
(jullie) drijven in(jullie) dreven in
(gij) drijft in(gij) dreeft in
(zij) drijven in(zij) dreven in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) indrijve(dat ik) indreve
(dat jij) indrijve(dat jij) indreve
(dat hij) indrijve(dat hij) indreve
(dat wij) indrijven(dat wij) indreven
(dat jullie) indrijven(dat jullie) indreven
(dat gij) indrijvet(dat gij) indrevet
(dat zij) indrijven(dat zij) indreven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drijf indrijft in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
indrijvend, indrijvende(hebben) ingedreven

Vertalingen

Esperantoenpeli