Informatie over het woord aanstellen (Nederlands → Esperanto: enoficigi)

Synoniemen: benoemen, aannemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈanstɛlə(n)/
Afbrekingaan·stel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stel aan(ik) stelde aan
(jij) stelt aan(jij) stelde aan
(hij) stelt aan(hij) stelde aan
(wij) stellen aan(wij) stelden aan
(jullie) stellen aan(jullie) stelden aan
(gij) stelt aan(gij) steldet aan
(zij) stellen aan(zij) stelden aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanstelle(dat ik) aanstelde
(dat jij) aanstelle(dat jij) aanstelde
(dat hij) aanstelle(dat hij) aanstelde
(dat wij) aanstellen(dat wij) aanstelden
(dat jullie) aanstellen(dat jullie) aanstelden
(dat gij) aanstellet(dat gij) aansteldet
(dat zij) aanstellen(dat zij) aanstelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stel aanstelt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanstellend, aanstellende(hebben) aangesteld

Voorbeelden van gebruik

Een door Rusland aangestelde burgemeester is zondag gewond geraakt bij een explosie.

Vertalingen

Duitsernennen
Engelsappoint
Esperantoenoficigi
Italiaansnominare
Nederduitsanstellen
Spaansnombrar
Westerlauwers Friesbeneame; oanstelle