Informo pri la vorto inboorling (nederlanda → esperanto: enlandulo)

Sinonimo: inlander

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈɪmborlɪŋ/
Dividoin·boor·ling
Genrovira
Pluraloinboorlingen

Uzekzemploj

De inboorlingen hielden van erwtensoep, dat was duidelijk.
Doch daar werden ze opnieuw aangesproken door twee jeugdige inboorlingen, die hen gevolgd hadden.
In de eetzaal zaten dezelfde inboorlingen geduldig op hun middagmaal te wachten.
Maar dit is geen inboorling, heer Ollie.

Tradukoj

anglaaboriginal
esperantoenlandulo
okcidenta frizonaynboarling
rusaабориген