Informatie over het woord indroppelen (Nederlands → Esperanto: enguti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪndrɔpələ(n)/
Afbrekingin·drop·pe·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) droppel in(ik) droppelde in
(jij) droppelt in(jij) droppelde in
(hij) droppelt in(hij) droppelde in
(wij) droppelen in(wij) droppelden in
(jullie) droppelen in(jullie) droppelden in
(gij) droppelt in(gij) droppeldet in
(zij) droppelen in(zij) droppelden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) indroppele(dat ik) indroppelde
(dat jij) indroppele(dat jij) indroppelde
(dat hij) indroppele(dat hij) indroppelde
(dat wij) indroppelen(dat wij) indroppelden
(dat jullie) indroppelen(dat jullie) indroppelden
(dat gij) indroppelet(dat gij) indroppeldet
(dat zij) indroppelen(dat zij) indroppelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
droppel indroppelt in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
indroppelend, indroppelende(hebben) ingedroppeld

Vertalingen

Duitshineintropfen
Esperantoenguti