Informo pri la vorto zwelgen (nederlanda → esperanto: englutegi)

Sinonimoj: opschrokken, verzwelgen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈzʋɛlɣə(n)/
Dividozwel·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zwelg(ik) zwolg
(jij) zwelgt(jij) zwolg
(hij) zwelgt(hij) zwolg
(wij) zwelgen(wij) zwolgen
(jullie) zwelgen(jullie) zwolgen
(gij) zwelgt(gij) zwolgt
(zij) zwelgen(zij) zwolgen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) zwelge(dat ik) zwolge
(dat jij) zwelge(dat jij) zwolge
(dat hij) zwelge(dat hij) zwolge
(dat wij) zwelgen(dat wij) zwolgen
(dat jullie) zwelgen(dat jullie) zwolgen
(dat gij) zwelget(dat gij) zwolget
(dat zij) zwelgen(dat zij) zwolgen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zwelgzwelgt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
zwelgend, zwelgende(hebben) gezwolgen

Uzekzemploj

Een Bommel zwelgt niet, want een heer kent zijn manieren!

Tradukoj

esperantoenglutegi