Informatie over het woord monding (Nederlands → Esperanto: enfluejo)

Synoniemen: mond, uitmonding

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈmɔndɪŋ/
Afbrekingmon·ding
Geslachtvrouwelijk
Meervoudmondingen

Voorbeelden van gebruik

De Pibar voer op volle kracht verder, en kwam bij zonsondergang in de monding van de Ish.
Het weer was niet slechter geworden en hij hoopte ondanks de duisternis snel de monding van de rivier te vinden.

Vertalingen

DuitsMündung; Einflußöffnung
Engelsmouth
Engels (Oudengels)muþa
Esperantoenfluejo
Fransembouchure
Italiaansimboccatura
Portugeesfoz
SaterfriesMündenge; Muude
Spaansdesembocadura
Tsjechischústí
Turksağız
Westerlauwers Friesmûn; útrin