Informo pri la vorto ontroeren (nederlanda → esperanto: emocii)

Sinonimoj: aangrijpen, bewegen

Vortspecoverbo
Prononco/ɔnˈtruːrə(n)/
Dividoont·roe·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) ontroer(ik) ontroerde
(jij) ontroert(jij) ontroerde
(hij) ontroert(hij) ontroerde
(wij) ontroeren(wij) ontroerden
(jullie) ontroeren(jullie) ontroerden
(gij) ontroert(gij) ontroerdet
(zij) ontroeren(zij) ontroerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) ontroere(dat ik) ontroerde
(dat jij) ontroere(dat jij) ontroerde
(dat hij) ontroere(dat hij) ontroerde
(dat wij) ontroeren(dat wij) ontroerden
(dat jullie) ontroeren(dat jullie) ontroerden
(dat gij) ontroeret(dat gij) ontroerdet
(dat zij) ontroeren(dat zij) ontroerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
ontroerontroert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
ontroerend, ontroerende(hebben) ontroerd

Tradukoj

anglaaffect; move
ĉeĥadojímat; dojmout; pohnout
esperantoemocii; kortuŝi; afekcii
finnaliikuttaa
francaaffecter; émouvoir; remuer
germanabewegen; erschüttern; rühren; ergreifen
hispanaconmover
katalunaemocionar
papiamentoemoshoná
portugalaabalar; comover; emocionar; sensibilizar
rumanaemoționa; înduioșa; mișca
rusaвозбуждать
saterlanda frizonabewäägje; ferschädje; ferskädje