Informo pri la vorto uitzweten (nederlanda → esperanto: elŝviti)

Vortspecoverbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zweet uit(ik) zweette uit
(jij) zweet uit(jij) zweette uit
(hij) zweet uit(hij) zweette uit
(wij) zweten uit(wij) zweetten uit
(jullie) zweten uit(jullie) zweetten uit
(gij) zweet uit(gij) zweettet uit
(zij) zweten uit(zij) zweetten uit
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) uitzwete(dat ik) uitzweette
(dat jij) uitzwete(dat jij) uitzweette
(dat hij) uitzwete(dat hij) uitzweette
(dat wij) uitzweten(dat wij) uitzweetten
(dat jullie) uitzweten(dat jullie) uitzweetten
(dat gij) uitzwetet(dat gij) uitzweettet
(dat zij) uitzweten(dat zij) uitzweetten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zweet uitzweet uit
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
uitzwetend, uitzwetende(hebben) uitgezweet

Tradukoj

esperantoelŝviti
hispanaexudar
katalunaexudar