Informo pri la vorto verfoeien (nederlanda → esperanto: abomeni)

Sinonimoj: een afschuw hebben van, een weerzin hebben tegen, verafschuwen

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈfujə(n)/
Dividover·foei·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) verfoei(ik) verfoeide
(jij) verfoeit(jij) verfoeide
(hij) verfoeit(hij) verfoeide
(wij) verfoeien(wij) verfoeiden
(jullie) verfoeien(jullie) verfoeiden
(gij) verfoeit(gij) verfoeidet
(zij) verfoeien(zij) verfoeiden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) verfoeie(dat ik) verfoeide
(dat jij) verfoeie(dat jij) verfoeide
(dat hij) verfoeie(dat hij) verfoeide
(dat wij) verfoeien(dat wij) verfoeiden
(dat jullie) verfoeien(dat jullie) verfoeiden
(dat gij) verfoeiet(dat gij) verfoeidet
(dat zij) verfoeien(dat zij) verfoeiden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
verfoeiverfoeit
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
verfoeiend, verfoeiende(hebben) verfoeid

Uzekzemploj

Ze verfoeiden priesters en al hun godsdiensten, die ze beschouwden als dusdanig misvormend en bespottelijk, dat er welhaast van misdadige dwaasheid gesproken kon worden.

Tradukoj

anglaabhor; abominate; detest
danaafsky
esperantoabomeni
feroahava andstygd
francaabhorrer; abominer; avoir en abomination; avoir en horreur; détester; exécrer
germanaverabscheuen; Abscheu emfinden vor; Ekel empfinden vor; Widerwillen empfinden vor
grekaαπεχθάνομαι; αποστρέφομαι; μισώ; σιχαίνομαι
hispanaabominar; aborrecer; detestar
hungarautál
islandahafa andstyggð á; hrylla; mér býður við
italadetestare
katalunaabominar; detestar; execrar; odiar
latinoabominare; abominari
norvegaavsky
okcidenta frizonaferspuie
portugalaabominar; detestar; ter nojo de
rumanadetesta; urî
rusaотноситься с отвращением; питать отвращение
saterlanda frizonaferouschjoue; ferouskjoue
svedaavsky
tajaรังเกียด