Informatie over het woord uitdrinken (Nederlands → Esperanto: eltrinki)

Synoniemen: leegdrinken, opdrinken

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) drink uit(ik) dronk uit
(jij) drinkt uit(jij) dronk uit
(hij) drinkt uit(hij) dronk uit
(wij) drinken uit(wij) dronken uit
(jullie) drinken uit(jullie) dronken uit
(gij) drinkt uit(gij) dronkt uit
(zij) drinken uit(zij) dronken uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitdrinke(dat ik) uitdronke
(dat jij) uitdrinke(dat jij) uitdronke
(dat hij) uitdrinke(dat hij) uitdronke
(dat wij) uitdrinken(dat wij) uitdronken
(dat jullie) uitdrinken(dat jullie) uitdronken
(dat gij) uitdrinket(dat gij) uitdronket
(dat zij) uitdrinken(dat zij) uitdronken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drink uitdrinkt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitdrinkend, uitdrinkende(hebben) uitgedronken

Vertalingen

Catalaansesgotar
Duitsaustrinken
Esperantoeltrinki; fortrinki
Poolswypić
Spaansapurar