Informo pri la vorto verteren (nederlanda → esperanto: elspezi)

Sinonimoj: besteden, spanderen, spenderen, uitgeven

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈteːrə(n)/
Dividover·te·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) verteer(ik) verteerde
(jij) verteert(jij) verteerde
(hij) verteert(hij) verteerde
(wij) verteren(wij) verteerden
(jullie) verteren(jullie) verteerden
(gij) verteert(gij) verteerdet
(zij) verteren(zij) verteerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) vertere(dat ik) verteerde
(dat jij) vertere(dat jij) verteerde
(dat hij) vertere(dat hij) verteerde
(dat wij) verteren(dat wij) verteerden
(dat jullie) verteren(dat jullie) verteerden
(dat gij) verteret(dat gij) verteerdet
(dat zij) verteren(dat zij) verteerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
verteerverteert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
verterend, verterende(hebben) verteerd

Tradukoj

anglaspend
danagive ud
esperantoelspezi
francadépenser
germanaauslegen; verausgaben
hispanadesembolsar; gastar
italaspendere
katalunadesembolsar; gastar
polawydawać
portugalagastar
saterlanda frizonauutreeke
skota gaelacosg