Informatie over het woord uitzenden (Nederlands → Esperanto: elsendi)

Synoniem: uitsturen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœʏ̯̯tsɛndə(n)/
Afbrekinguit·zen·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zend uit(ik) zond uit
(jij) zendt uit(jij) zond uit
(hij) zendt uit(hij) zond uit
(wij) zenden uit(wij) zonden uit
(jullie) zenden uit(jullie) zonden uit
(gij) zendt uit(gij) zondt uit
(zij) zenden uit(zij) zonden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitzende(dat ik) uitzonde
(dat jij) uitzende(dat jij) uitzonde
(dat hij) uitzende(dat hij) uitzonde
(dat wij) uitzenden(dat wij) uitzonden
(dat jullie) uitzenden(dat jullie) uitzonden
(dat gij) uitzendet(dat gij) uitzondet
(dat zij) uitzenden(dat zij) uitzonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zend uitzendt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitzendend, uitzendende(hebben) uitgezonden

Vertalingen

Catalaansemetre
Deensudsende
Duitsentsenden
Esperantoelsendi
Italiaanstrasmettere
Zweedsutskicka