Informatie over het woord tappen (Nederlands → Esperanto: ellasi)

Synoniemen: loslaten, lossen, uitlaten, weglaten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtɑpə(n)/
Afbrekingtap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tap(ik) tapte
(jij) tapt(jij) tapte
(hij) tapt(hij) tapte
(wij) tappen(wij) tapten
(jullie) tappen(jullie) tapten
(gij) tapt(gij) taptet
(zij) tappen(zij) tapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tappe(dat ik) tapte
(dat jij) tappe(dat jij) tapte
(dat hij) tappe(dat hij) tapte
(dat wij) tappen(dat wij) tapten
(dat jullie) tappen(dat jullie) tapten
(dat gij) tappet(dat gij) taptet
(dat zij) tappen(dat zij) tapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
taptapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tappend, tappende(hebben) getapt

Voorbeelden van gebruik

Het is een eerbiedwaardig etablissement bij Fleet Street, waar men de wijn niet uit flessen drinkt maar getapt krijgt uit vaten.
Hij tapte kroezen bier en zette ze voor de klanten van de bar neer.

Vertalingen

Deensudelade
Duitsauslassen; herauslassen; herausfließen lassen; loslassen
Engelsdraw
Esperantoellasi
Fransdégager; lâcher; répandre
Nederduitslöslåten
Saterfriesuutläite
Spaansdejar salir
Thaisปล่อย