Information du mot winnen (néerlandais → espéranto: elfosi)

Synonymes: delven, opdelven, opduikelen, opgraven, rooien, uitgraven, opdiepen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈʋinə(n)/
Césurewin·nen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) win(ik) won
(jij) wint(jij) won
(hij) wint(hij) won
(wij) winnen(wij) wonnen
(jullie) winnen(jullie) wonnen
(gij) wint(gij) wont
(zij) winnen(zij) wonnen
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) winne(dat ik) wonne
(dat jij) winne(dat jij) wonne
(dat hij) winne(dat hij) wonne
(dat wij) winnen(dat wij) wonnen
(dat jullie) winnen(dat jullie) wonnen
(dat gij) winnet(dat gij) wonnet
(dat zij) winnen(dat zij) wonnen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
winwint
Participes
Participe présentParticipe passé
winnend, winnende(hebben) gewonnen

Exemples d’usage

De stenen winnen is geen licht werk.
Bovendien was het goud in de omgeving van Caribou erg moeilijk te winnen en om er een dollar aan te verdienen, moest men er volgens de mijnwerkers wel twee aan uitgeven.

Traductions

allemandausgraben; herausgraben
anglaisdig up; excavate; grub; exhume
bas allemandupgraven
espérantoelfosi
françaisabattre
luxembourgeoisausgruewen