Informatie over het woord opduikelen (Nederlands → Esperanto: elfosi)

Synoniemen: delven, opdelven, opgraven, rooien, uitgraven, winnen, opdiepen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔbdœʏ̯kələ(n)/
Afbrekingop·dui·ke·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) duikel op(ik) duikelde op
(jij) duikelt op(jij) duikelde op
(hij) duikelt op(hij) duikelde op
(wij) duikelen op(wij) duikelden op
(jullie) duikelen op(jullie) duikelden op
(gij) duikelt op(gij) duikeldet op
(zij) duikelen op(zij) duikelden op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) opduikele(dat ik) opduikelde
(dat jij) opduikele(dat jij) opduikelde
(dat hij) opduikele(dat hij) opduikelde
(dat wij) opduikelen(dat wij) opduikelden
(dat jullie) opduikelen(dat jullie) opduikelden
(dat gij) opduikelet(dat gij) opduikeldet
(dat zij) opduikelen(dat zij) opduikelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
duikel opduikelt op
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opduikelend, opduikelende(hebben) opgeduikeld

Vertalingen

Duitsausgraben; herausgraben
Engelsdig up; excavate; grub; exhume
Esperantoelfosi
Fransabattre
Luxemburgsausgruewen
Nederduitsupgraven