Informatie over het woord gorĝo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekinggorĝ·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefgorĝogorĝoj
Accusatiefgorĝongorĝojn

Vertalingen

Afrikaanskeel
Albaneesfyt; gushë
Catalaansgorja
Chinook-jargonliku
Deensstrube
DuitsGurgel; Kehle
Engelsthroat
Engels (Oudengels)þrote
Faeröersbarki; hálsur; vælindi
Fransgorge
Hongaarstorok
Italiaansgola; gorga
Kabylischagerjum; tagerjumt; taɣuct
Latijnfauces; guttur
Nederlandskeel; keelgat; strot
Noorsstrupe
Papiamentsgarganta
Poolsgardło
Portugeesgarganta
Roemeensgât
Russischгорло
SaterfriesKääle; Sluuk; Strot
Spaansgarganta
Sranangorogoro
Thaisลูกกระเดือก
Tsjechischhrdlo; hrtan; chřtán
Turksboğaz
Welsgwddf
Westerlauwers Frieskiel
Zweedsstrupe