Synoniem: verklappen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) ap eruit | (ik) apte eruit |
(jij) apt eruit | (jij) apte eruit |
(hij) apt eruit | (hij) apte eruit |
(wij) flappen eruit | (wij) apten eruit |
(jullie) flappen eruit | (jullie) apten eruit |
(gij) apt eruit | (gij) aptet eruit |
(zij) flappen eruit | (zij) apten eruit |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) uitflappe | (dat ik) uitflapte |
(dat jij) uitflappe | (dat jij) uitflapte |
(dat hij) uitflappe | (dat hij) uitflapte |
(dat wij) eruit flappen | (dat wij) uitflapten |
(dat jullie) eruit flappen | (dat jullie) uitflapten |
(dat gij) eruit flappet | (dat gij) uitflaptet |
(dat zij) eruit flappen | (dat zij) uitflapten |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
eruit flappend, eruit flappende | (hebben) uitgeflapt |