Informatie over het woord kommen (Duits → Esperanto: veni)

Uitspraak/ˈkɔmən/
Afbrekingkom·men
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) komme(ich) kam
(du) kommst(du) kamst
(er) kommt(er) kam
(wir) kommen(wir) kamen
(ihr) kommt(ihr) kamt
(sie) kommen(sie) kamen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) komme(ich) käme
(du) kommest(du) kämest
(er) komme(er) käme
(wir) kommen(wir) kämen
(ihr) kommet(ihr) kämet
(sie) kommen(sie) kämen
Gebiedende wijs
(du) komm, komme
(ihr) kommt
kommen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kommend(sein) gekommen

Voorbeelden van gebruik

Sie ist natürlich wieder zu mir gekommen!
Komm jetzt!

Vertalingen

Afrikaanskom
Catalaansvenir
Deenskomme
Engelscome
Engels (Oudengels)cuman; gecuman
Esperantoveni
Faeröerskoma
Finstulla
Franss’abouler; venir
Hawaiaanshele; hele mai
Hongaarsjön
IJslandskoma
Italiaansvenire
Jamaicaans Creoolskom
Jiddischקומען
Latijnvenire
Maleisdatang
Nederduitskoamen; kummen; kuamen
Nederlandskomen
Noorskomme
Papiamentsbin; bini
Poolspójść; przychodzić
Portugeeschegar; ir; vir
Roemeensveni
Russischприйти; приходить
Saterfrieskuume
Schotscome
Schots-Gaelischthig; tiugainn
Spaansvenir
Sranankon
Swahili‐ja
Thaisสู่; มา
Tsjechischdojít; přicházet; přijet; přijít; přijíždět
Turksgelmek
Welsdod; dyfod
Westerlauwers Frieskomme
Zweedskomma