Informasie oor die woord Marktplatz (Duits → Esperanto: vendoplaco)

Uitspraak/ˈmarktplats/
AfbrekingMarkt·platz
Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagmanlik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefMarktplatzMarktplätze
GenitiefMarktplatzesMarktplätze
DatiefMarktplatz, MarktplatzeMarktplätzen
AkkusatiefMarktplatzMarktplätze

Vertalinge

Albaniespazar
Deenstorv
Engelsmarketplace
Engels (Ou Engels)ceapstow
Esperantovendoplaco
Fransmarché
Grieksαγορά
Grieks (Ou Grieks)ἀγορά
Italiaansmercato
Jamaikaanse Patoismaakit
Maleispasar
Nederduitsmarkt
Nederlandsmarkt; marktplein
Papiamentsmarshe; plasa
Portugeesmercado
Russiesбазар
SaterfriesMäärkedsplats
Spaansmercado
Srananwowoyo
Swahilisoko
Sweedsmarknad; torg
Thaiตลาด
Tsjeggiestržiště
Wes‐Friesmerk