Information about the word executeren (Dutch → Esperanto: ekzekuti)

Synonyms: ter dood brengen, terechtstellen

Part of speechverb
Pronunciation/ɛksekyˈterə(n)/, /ɛksəkyˈterə(n)/
Hyphenationexe·cu·te·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) executeer(ik) executeerde
(jij) executeert(jij) executeerde
(hij) executeert(hij) executeerde
(wij) executeren(wij) executeerden
(jullie) executeren(jullie) executeerden
(gij) executeert(gij) executeerdet
(zij) executeren(zij) executeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) executere(dat ik) executeerde
(dat jij) executere(dat jij) executeerde
(dat hij) executere(dat hij) executeerde
(dat wij) executeren(dat wij) executeerden
(dat jullie) executeren(dat jullie) executeerden
(dat gij) executeret(dat gij) executeerdet
(dat zij) executeren(dat zij) executeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
executeerexecuteert
Participles
Present participlePast participle
executerend, executerende(hebben) geëxecuteerd

Usage samples

De eerste twee terroristen werden vrijdag geëxecuteerd.
In 1980 executeerde het bewind 63 dzjihadisten die de Grote Moskee van Mekka hadden aangevallen, maar dat was direct daarna.

Translations

Afrikaansteregstel
Catalanexecutar
Czechprovést; vykonat
Englishexecute
Esperantoekzekuti
Faeroeseavrætta; taka av døgum
Frenchexécuter
Germanexekutieren; hinrichten
Portugueseexecutar
Romanianexecuta
Saterland Frisianexekutierje; waigjuchte
Spanishejecutar