Information about the word onderzoeken (Dutch → Esperanto: ekzameni)

Synonyms: nakijken, nauwkeurig onderzoeken, screenen, onder de loep nemen, checken

Part of speechverb
Pronunciation/ɔndərˈzukə(n)/
Hyphenationon·der·zoe·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) onderzoek(ik) onderzocht
(jij) onderzoekt(jij) onderzocht
(hij) onderzoekt(hij) onderzocht
(wij) onderzoeken(wij) onderzochten
(jullie) onderzoeken(jullie) onderzochten
(gij) onderzoekt(gij) onderzocht
(zij) onderzoeken(zij) onderzochten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) onderzoeke(dat ik) onderzochte
(dat jij) onderzoeke(dat jij) onderzochte
(dat hij) onderzoeke(dat hij) onderzochte
(dat wij) onderzoeken(dat wij) onderzochten
(dat jullie) onderzoeken(dat jullie) onderzochten
(dat gij) onderzoeket(dat gij) onderzochtet
(dat zij) onderzoeken(dat zij) onderzochten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
onderzoekonderzoekt
Participles
Present participlePast participle
onderzoekend, onderzoekende(hebben) onderzocht

Usage samples

Reith onderzocht de struik waarop Traz zijn aandacht had gevestigd, maar die scheen heel gewoon.
De politie onderzoekt of er sprake is van brandstichting.
Daar staat in dat we alle auto’s grondig moeten onderzoeken.
Peinzend onderzocht hij de voor‐ en achterkant zonder er wijzer van te worden.
Wij onderzochten de grond nauwkeurig.

Translations

Afrikaansondersóék
Catalanexaminar
Czechprohlížet; prozkoumat; zkoumat
Danishundersøge
Englishexamine; survey; test
Esperantoekzameni
Faeroesehoyra; hyggja eftir; kanna
Finnishtutkia
Frenchexaminer
Germanexaminieren; inspizieren; nachsehen; prüfen; untersuchen; überprüfen; nachprüfen; betrachten; begutachten; vergleichen
Italianesaminare
Low Germanundersöken
Malaymenguji; uji
Papiamentoaberiguá; èksaminá; investigá
Polishegzaminować
Portugueseensaiar; examinar; inspecionar; revistar
Romanianexamina
Saterland Frisianätterkiekje; examinierje; pröiwje; unnersäike; wröigje
Spanishexaminar; explorar
Swedishbepröva; undersöka
West Frisianûndersykje; tsjekke