Informatie over het woord aansnijden (Nederlands → Esperanto: ektranĉi)

Synoniem: beginnen te snijden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈansnɛi̯(d)ə(n)/
Afbrekingaan·snij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) snij aan, snijd aan(ik) sneed aan
(jij) snijdt aan(jij) sneed aan
(hij) snijdt aan(hij) sneed aan
(wij) snijden aan(wij) sneden aan
(jullie) snijden aan(jullie) sneden aan
(gij) snijdt aan(gij) sneedt aan
(zij) snijden aan(zij) sneden aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aansnijde(dat ik) aansnede
(dat jij) aansnijde(dat jij) aansnede
(dat hij) aansnijde(dat hij) aansnede
(dat wij) aansnijden(dat wij) aansneden
(dat jullie) aansnijden(dat jullie) aansneden
(dat gij) aansnijdet(dat gij) aansnedet
(dat zij) aansnijden(dat zij) aansneden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
snij aan, snijd aansnijdt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aansnijdend, aansnijdende(hebben) aangesneden

Vertalingen

Engelscut into
Esperantoektranĉi
Spaansdecentar; encentar