Informatie over het woord pakken (Nederlands → Esperanto: ekteni)

Synoniemen: beetnemen, beetpakken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpɑkə(n)/
Afbrekingpak·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pak(ik) pakte
(jij) pakt(jij) pakte
(hij) pakt(hij) pakte
(wij) pakken(wij) pakten
(jullie) pakken(jullie) pakten
(gij) pakt(gij) paktet
(zij) pakken(zij) pakten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) pakke(dat ik) pakte
(dat jij) pakke(dat jij) pakte
(dat hij) pakke(dat hij) pakte
(dat wij) pakken(dat wij) pakten
(dat jullie) pakken(dat jullie) pakten
(dat gij) pakket(dat gij) paktet
(dat zij) pakken(dat zij) pakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pakpakt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pakkend, pakkende(hebben) gepakt

Voorbeelden van gebruik

Hij probeerde het te pakken.

Vertalingen

Engelsclutch; grasp
Esperantoekteni
Spaansagarrar; asir; coger
Westerlauwers Friespakke