Informatie over het woord brauchen (Duits → Esperanto: uzi)

Synoniemen: anwenden, benutzen, gebrauchen, verwenden, verwerten, sich bedienen, einsetzen

Uitspraak/ˈbraʊ̯xən/
Afbrekingbrau·chen
Woordsoortwerkwoord

Vertalingen

Afrikaansgebruik
Catalaansemprar; gastar per l’us; usar; utilitzar
Deensbenytte; bruge; tilbringe
Engelsuse
Esperantouzi; fari uzon de
Faeröersnýta
Finskäyttää
Fransappliquer; employer; se servir de; user de
Hongaarshasznál
IJslandsbrúka; nota
Italiaansimpiegare; usare
Latijnuti
Maleisgunakan; menggunakan
Nederduitsgebruken; bruken; gebrüken
Nederlandsaanwenden; benutten; gebruiken; zich bedienen van; gebruik maken van; inzetten
Papiamentsusa; uza
Poolsużywać
Portugeesdespender; empregar; servir‐se de; usar
Roemeensfolosi
Russischвладеть
Saterfriesanweende; benutsje; bruuke; ferweende
Schotsuise
Spaansemplear; hacer uso de; usar
Thaisใช้
Turkskullanmak
Westerlauwers Friesbrûke; gebrûk meitsje fan
Zweedsanvända; begagna; bruka