Informatie over het woord zuur (Nederlands → Esperanto: acida)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/zyːr/
Afbrekingzuur

Voorbeelden van gebruik

De soep is zuur geworden.
Toch zitten ze urenlang met het kleinste glaasje van ons zuurste brouwsel.

Vertalingen

Afrikaanssuur
Engelssour
Esperantoacida
Nederduitssuur
Welssur