Informatie over het woord opdiepen (Nederlands → Esperanto: elfosi)

Synoniemen: delven, opdelven, opduikelen, opgraven, rooien, uitgraven, winnen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔbdipə(n)/
Afbrekingop·die·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) diep op(ik) diepte op
(jij) diept op(jij) diepte op
(hij) diept op(hij) diepte op
(wij) diepen op(wij) diepten op
(jullie) diepen op(jullie) diepten op
(gij) diept op(gij) dieptet op
(zij) diepen op(zij) diepten op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) opdiepe(dat ik) opdiepte
(dat jij) opdiepe(dat jij) opdiepte
(dat hij) opdiepe(dat hij) opdiepte
(dat wij) opdiepen(dat wij) opdiepten
(dat jullie) opdiepen(dat jullie) opdiepten
(dat gij) opdiepet(dat gij) opdieptet
(dat zij) opdiepen(dat zij) opdiepten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
diep opdiept op
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opdiepend, opdiepende(hebben) opgediept

Voorbeelden van gebruik

Hij diepte zijn portefeuille uit zijn zak op en zocht een foto.

Vertalingen

Duitsausgraben; herausgraben
Engelsdig up; exhume
Esperantoelfosi
Fransabattre
Luxemburgsausgruewen
Nederduitsupgraven