Informatie over het woord peuren (Nederlands → Esperanto: eligi)

Synoniemen: ontlokken, slaken, uitbrengen, uitdrijven, uithalen, uitstoten, lozen, luchten, lucht geven aan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpørə(n)/
Afbrekingpeu·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) peur(ik) peurde
(jij) peurt(jij) peurde
(hij) peurt(hij) peurde
(wij) peuren(wij) peurden
(jullie) peuren(jullie) peurden
(gij) peurt(gij) peurdet
(zij) peuren(zij) peurden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) peure(dat ik) peurde
(dat jij) peure(dat jij) peurde
(dat hij) peure(dat hij) peurde
(dat wij) peuren(dat wij) peurden
(dat jullie) peuren(dat jullie) peurden
(dat gij) peuret(dat gij) peurdet
(dat zij) peuren(dat zij) peurden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
peurpeurt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
peurend, peurende(hebben) gepeurd

Voorbeelden van gebruik

Kan men dan niet eens inspiratie uit zijn eigen stenen peuren zonder gestoord te worden door een platte figuur?

Vertalingen

Afrikaansslaak; uiter
Duitsausschließen; aussondern; heraustun; herausschaffen; ausstoßen
Engelsdraw out; drive out; issue; output; release; utter; vent; void; get out; expel; give vent to
Esperantoeligi
Fransrépandre
Poolswydobyć
Saterfriesuuterje; uutsluute; uutsunnerje
Swahili‐toa