Informatie over het woord binnenplaats (Nederlands → Esperanto: interna korto)

Synoniemen: binnenhof, patio, binnenplein

Woordsoort	zelfstandig naamwoord
Uitspraak	/ˈbɪnə(m)plats/
Afbreking	bin·nen·plaats
Geslacht	historisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoud	binnenplaatsen

Verkleinwoord
Enkelvoud	Meervoud
binnenplaatsje	binnenplaatsjes

Voorbeelden van gebruik

Nu is de stad verwoest en zit de binnenplaats vol doodsbange burgers.

De jongens stonden op de binnenplaats.

Hij stapte het balkon op en keek omlaag naar de binnenplaats.

Aan de andere kant van de poort lag een binnenplaats en een trap van veertig treden liep omhoog naar een smalle deur in de muur.

Reith werd naar een kleine binnenplaats gebracht met een murmelende waterval van lichtgevende groene vloeistof.